Vijf jaar na corona in EU: ‘Bij nieuwe pandemie is het heel snel code zwart’

Precies vijf jaar geleden werden de eerste coronabesmettingen in Europa bekend. Hoewel we daar “veel van hebben geleerd”, zijn we volgens experts niet klaar voor een nieuwe pandemie.

“Nee, we zijn er niet klaar voor”, zegt Mark van der Kuil tegen NU.nl. Hij is anesthesioloog-intensivist en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC). “Sterker nog: we staan er slechter voor dan voor de coronapandemie. Als er morgen een vergelijkbare pandemie uitbreekt, is het veel eerder code zwart.”

Ook Bert Niesters is verre van optimistisch. Hij is hoofd laboratorium Klinische Virologie aan het UMC Groningen. “De voorwaarden die nodig zijn om een pandemie te bestrijden zijn niet optimaal. En dan zeg ik het netjes.”

Tijdens de coronapandemie waren in Nederlandse ziekenhuizen zo’n 1.150 plekken beschikbaar op de intensive care. Vanuit die basiscapaciteit konden ziekenhuizen tijdelijk opschalen tot 1.500 tot 1.600 plekken, vertelt Van der Kuil. “Maar ook toen moesten we een paar keer onmenselijke keuzes maken: wie behandelen we wel en wie niet?”

Momenteel zijn er maar 850 ic-plekken operationeel. Ter vergelijking: in een gemiddeld griepseizoen zijn er al zo’n 1.100 ic-plekken nodig. “Als we daar nu naartoe moeten opschalen, houden we het maar vier tot zes weken vol”, zegt Van der Kuil. “Dat is voor een pandemie niet genoeg.”

Voor een codezwartscenario ligt wel een draaiboek klaar, dat na de coronacrisis aangescherpt is. Daarin staat hoe beslissingen moeten worden genomen als de zorg in Nederland compleet is vastgelopen. Om dat te voorkomen is een stappenplan opgesteld: het zogenoemde escalatiemodel, zoals hieronder. Maar voor dat plan zijn mensen en middelen nodig. En daar zit nou net het probleem.

Ministerie schrapt plannen voor opschalen zorg

Door de bezuinigingen van het huidige kabinet kunnen de “in gang gezette maatregelen niet langer doorgaan”, schreef minister Fleur Agema (Volksgezondheid) in oktober vorig jaar in een brief. De versterking van de GGD, maatregelen die zorgen dat ziekenhuizen kunnen opschalen en de verbeterde leveringszekerheid van medische spullen gaan daarom niet door.

Ondanks die bezuinigingen werkt het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) wel aan een coördinatieplan. Het LCPS is een samenwerkingsverband tussen zorgaanbieders dat tijdens de pandemie is opgericht en onderdeel is van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).

“Het plan dat we tijdens corona gebruikten, gaan we omschrijven naar een algemener plan dat inzetbaar is in situaties waarbij de druk op de zorg te hoog wordt”, legt een woordvoerder uit. Dat is nog niet af, maar het heeft “hoge urgentie”.

Medische hulpmiddelen en personeelstekort vormen grote zorg

Er liggen dus wel meerdere plannen. Nederland weet wat het wil en zou moeten doen tijdens een pandemie, maar we hebben niet de juiste middelen, stelt zowel Van der Kuil als Niesters. Zo maakt beroepsvereniging NVIC zich zorgen over de logistiek en het personeel tijdens een toekomstige pandemie.

Apparatuur, zoals beademingsapparatuur, bedden en monitors, is er genoeg. Maar als we kijken naar verbruiksmaterialen, bijvoorbeeld beademingsslangen die je maar bij één patiënt kunt gebruiken, is er wel degelijk een probleem. Want de tekorten zijn groot, zegt Van der Kuil. “Dat was tijdens COVID-19 al een probleem, maar dat is eigenlijk nooit weggegaan.”

De grootste zorg ligt bij het aantal zorgmedewerkers. “We zijn met veel te weinig”, zegt Van der Kuil. “Tijdens corona hebben we zorgmedewerkers moeten overvragen. Dat leidde ertoe dat veel personeel opstapte. Hoe minder personeel, hoe minder ic-plekken er beschikbaar zijn.”

Vanwege dat tekort is in november een motie aangenomen. Minister Agema heeft het eerste kwartaal van 2025 de tijd om daarvoor met een plan te komen. “Volgens het Integraal Zorgakkoord moeten er 1.150 ic-plekken aan basiscapaciteit komen. Tot er een plan is, hebben we niet genoeg capaciteit als er een pandemie komt”, zegt Van der Kuil.

Het ministerie van Volksgezondheid laat aan NU.nl weten dat er ook andere maatregelen worden genomen om de zorgcapaciteit uit te breiden. Zo wordt het aantal opleidingsplaatsen van artsen gespecialiseerd in infectieziektebestrijding uitgebreid met 23. Ook gaf het ministerie meer subsidie aan de opleidingen tot verpleegkundigen. Daarbij is 9,45 miljoen euro uitgegeven, waarmee 450 extra verpleegkundigen konden afstuderen.

Geen plan voor maatschappelijke impact

Naast de medische en epidemiologische plannen moet er ook een sociaal-maatschappelijk plan komen. “Dat is momenteel niet op orde”, stelt gedragswetenschapper Marijn de Bruin van het Radboudumc. Hij leidt momenteel een onderzoeksprogramma naar pandemische paraatheid in de maatschappij. “We hebben veel geleerd van corona, maar we hebben nog een lange weg te gaan tot we goed zijn voorbereid.”

Volgens De Bruin is er nog geen masterplan voor hoe maatregelen geïmplementeerd en gecommuniceerd kunnen worden. Ook is “niet helder wie hoofdverantwoordelijk is voor het advies over de sociaal-maatschappelijke impact van virusuitbraken en maatregelen” en is er geen duidelijk beeld hoe die impact kan worden beperkt. Het Maatschappelijk Impact Team heeft de overheid vorig jaar geadviseerd daar meer onderzoek naar te doen.

Ook viroloog Marion Koopmans is het eens met het belang van heldere communicatie. Daarom moet de overheid zich bij een nieuwe pandemie meer bezighouden met de informatievoorziening en invloed van sociale media.

Nieuwe organisatie moet voortouw nemen bij pandemie

Ernst Kuipers, minister van Volksgezondheid in het kabinet-Rutte IV, beschreef alle plannen al in een brief. Zo noemde hij een betere informatievoorziening “van groot belang”. Daarvoor ontwikkelde de toenmalige minister in samenwerking met koepelorganisatie GGD GHOR en het RIVM een systeem waarin grote hoeveelheden informatie kunnen worden gedeeld.

Ook is een nieuwe crisisoperatie opgericht: de Landelijke Functie Opschaling Infectieziektebestrijding (LFI). Die organisatie moet het opschalen van testen, vaccinaties en bron- en contactonderzoek coördineren.

“De verschillende onderdelen van de LFI worden nu stap voor stap in gebruik genomen”, zegt een woordvoerder van het ministerie. “Naar verwachting is de LFI eind 2026 volledig operationeel. Als er eerder een landelijk een infectieziekte uitbreekt, pakt de LFI dit samen met de GGD’s op.”

Hoe groot is de kans op een pandemie?

“Die kans wordt steeds groter”, zegt viroloog Koopmans. “De vraag is niet óf er een pandemie komt, maar wanneer.”

Om wat voor pandemie het gaat, is niet goed te voorspellen. “Er is momenteel het marburgvirus in Tanzania, mpox in veel Afrikaanse landen en er zijn problemen met vogelgriep in Azië en de Verenigde Staten. We moeten bedacht zijn op vervelende wendingen die tot een grotere uitbraak kunnen leiden”, stelt de viroloog.

Volgens de NVIC is er geen reden tot paniek. “Maar met een groeiende wereldbevolking en steeds meer reizen wordt een ziekte makkelijker verspreid. We moeten dus wel voorbereid zijn”, zegt Niesters. Dat beaamt Koopmans. “Als je breder dan Nederland kijkt, is het niet heel rustig.”

Scroll naar boven