De wijkverpleging biedt mensen thuis meestal goede en veilige zorg die past bij hun persoonlijke situatie. Dat wordt wel steeds moeilijker door het personeelstekort in de zorg. En doordat ouderen langer thuis blijven wonen. De zorg die zij nodig hebben wordt ook steeds intensiever. De wijkverpleging zet alle zeilen bij. Sommige kleine zorgaanbieders blijven onder de maat, maar er zijn ook kleine organisaties in de wijkverpleging die het wel heel goed doen.
Dat schrijft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over wat zij in 2022 zag. De inspectie bezocht 200 organisaties in de wijkverpleging. Ook bekeek de inspectie 168 meldingen: van organisaties zelf, van zorgmedewerkers en van cliënten of hun omgeving (familie, vrienden, buren). Bij 18 organisaties legde de inspectie een maatregel op.
Kleine organisaties soms onder de maat
De inspectie ziet dat sommige kleine zorgaanbieders – met minder dan 50 cliënten – onder de maat blijven. Daar hebben de bestuurders niet de kennis en vaardigheden om hun organisatie te leiden. Dat leidt dan tot minder goede en minder veilige zorg. Soms is er ook het vermoeden van zorgfraude of van zorgverwaarlozing. Maar er zijn ook kleine organisaties in de wijkverpleging die het wel goed doen. Dan speelt een wijkverpleegkundige een belangrijke rol bij het bewaken van de kwaliteit van de zorg.
Maatregelen
De inspectie legde in 2022 aan 18 organisaties in de wijkverpleging een maatregel op. Variërend van verscherpt toezicht tot een aanwijzing om de zorg te verbeteren of zelfs (voorlopig) te stoppen. In 17 van de 18 gevallen ging het om kleine zorgbedrijven. Daarvan waren er 6 nog maar net (één of twee jaar geleden) begonnen.
Speciale onderwerpen
De inspectie keek speciaal naar 7 onderwerpen die in de wijkverpleging een rol spelen.
Personeelstekort
Bij tekort aan personeel kijken vooral de grote organisaties naar manieren om de zorg anders te organiseren. Bijvoorbeeld door welzijnsmedewerkers in te schakelen voor het ondersteunen van mensen met dementie en hun familie. De zorgverleners kunnen zich dan concentreren op de echte zorgvragen. De inspectie geeft ruimte om de zorg anders te organiseren, zolang de zorg veilig en verantwoord blijft.
Intensieve langdurige zorg thuis
De meeste mensen krijgen wijkverpleging op basis van de Zorgverzekeringswet. Zo’n 10 procent krijgt intensievere zorg op basis van de Wet langdurige zorg. Dan is een zorgverlener 24 uur per dag bereikbaar. Ook de huisarts of een specialist ouderengeneeskunde is dan regelmatig betrokken bij de zorg thuis. De inspectie gaat er in het toezicht meer op letten dat ook de intensieve zorg thuis aan de nodige kwaliteitseisen voldoet. Want dat is bij sommige zorgaanbieders nog niet altijd het geval.
Nieuwe zorgaanbieders
Elk jaar starten er nieuwe bedrijven en bedrijfjes in de wijkverpleging. De verschillen zijn soms groot. Sommige hebben alles op orde, andere nog niet of niet helemaal. De inspectie let erop dat nieuwe zorgaanbieders voldoen aan alle wettelijke regels en aan de andere normen die gelden voor goede en veilige zorg.
Zorgfraude en zorgverwaarlozing
De meeste organisaties zetten alle zeilen bij om goede zorg te leveren. Maar sommige hebben opzettelijk andere bedoelingen: geld verdienen ten koste van kwetsbare mensen. Als de inspectie signalen krijgt over zorgverwaarlozing, dan volgt actie. Dat geldt ook als zorgverleners werken met een vals diploma. De inspectie werkt o.a. samen met het Openbaar Ministerie en met zorgverzekeraars.
Inzet e-health
Vooral grotere organisaties maken gebruik van moderne technologie in de zorg (e-health). Denk aan beeldbellen, contact via internet of apparaten die medicijnen vrijgeven en dat registreren. E-health kan cliënten en hun familie meer vrijheid en meer regie over hun eigen leven geven. Ook kan het helpen bij het personeelstekort. Maar zorgaanbieders hebben de informatiebeveiliging nog niet goed geregeld. Terwijl dat wel essentieel is voor de beschikbaarheid en veiligheid van systemen voor de zorg.
Dwang in de zorg thuis
Zorgverleners in de wijkverpleging proberen zo min mogelijk dwang toe te passen. Maar zij vinden het lastig om te bepalen wanneer iets wel of geen dwang is. Wanneer ‘actief stimuleren’ over gaat in dwang. Het risico is dat dwang wordt toegepast zonder dat de zorgverleners daarbij de wettelijke voorwaarden naleven. Bijvoorbeeld bij het geven van medicijnen, verzorging (stimuleren tot douchen) en beperkingen (gesloten deuren).
Hygiëne en infectiepreventie
Bij sommige zorgaanbieders moet de hygiëne en infectiepreventie beter. Zorgverleners moeten bijvoorbeeld bij cliënten thuis altijd zeep en desinfectiemiddelen kunnen gebruiken. En er moeten voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen zijn als handschoenen, mondkapjes en schorten. Zorgverleners moeten weten hoe zij die beschermingsmiddelen op een veilige manier gebruiken.