Op 22 mei publiceerde de Europese Commissie haar statusrapport over de European Health Union. Het rapport dat Eurocommissaris Kyriakides presenteert is drieledig: Het blikt terug op de belangrijkste resultaten van de afgelopen jaren, doet een stocktaking van doorlopende problemen, en schetst een toekomstbeeld met de belangrijkste uitdagingen voor het komend Commissiemandaat.
Terugblikkend op haar eigen mandaat stelt de huidige Europese Commissie een flink aantal resultaten te hebben behaald. De Commissie klopt zich op de schouder m.b.t. de coördinatie en aanpak van de COVID-crisis vanaf 2020. Door Europees onderzoek naar mRNA, waar veel EU-geld heen is gevloeid, zijn enkele varianten van COVID-vaccins ontwikkeld. De Commissie heeft 1 miljard uitgegeven aan COVID-onderzoek, en o.a. het succesvolle BioNTech vaccin gefinancierd t.w.v. 100 miljoen. De EU was de grootste donor van COVAX en het Europese digitale COVID-certificaat is een wereldwijde norm voor internationaal reizen dat tevens het meest gebruikte systeem op internationaal niveau is.
Daarnaast heeft de Europese Commissie de Health Emergency Preparedness and Response Authority (HERA) opgezet. HERA stuurt industriële, onderzoeks- en innovatie-inspanningen aan om de volgende generatie hulpmiddelen te creëren om ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen aan te pakken. Om maximale flexibiliteit te garanderen, heeft HERA een dubbele werkmodus: één die zich richt op paraatheid en een tweede die alleen wordt geactiveerd tijdens noodsituaties. De verschillende EU agentschappen in dit veld hebben sowieso sterkere rollen gekregen tijdens noodsituaties de afgelopen jaren. Zo is het mandaat van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) uitgebreid met het voorbereiden op, voorkomen van, coördineren van en omgaan met de gevolgen van noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Ook heeft het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) een fundamentele rol gespeeld in de reactie van de EU op de COVID-19-pandemie. Naast het beoordelen van de voortgang van de nationale preventie-, paraatheids- en reactieplannen van de lidstaten, kan het ECDC nu ook krachtigere aanbevelingen doen aan de lidstaten en de Commissie.
Wel liggen er nog een flink aantal uitdagingen in het verschiet voor een volgende Commissie. Zo moet de problematiek rondom antimicrobiële resistentie verder en concreter worden aangepakt, aangezien verschillende residuen van geneesmiddelen (zoals antibiotica of schimmelwerende middelen) in het milieu terecht kunnen komen tijdens het gebruik ervan door mens en dier. Om deze uitdagingen aan te pakken, heeft de Commissie in 2023 een aanbeveling gepubliceerd waarin streefdoelen worden vastgesteld die tegen 2030 moeten worden bereikt – waaronder een vermindering met 20% antibioticagebruik bij mensen tegen 2030 binnen in de EU. Tevens verstoren tekorten aan geneesmiddelen in heel Europa behandelplannen voor chronische ziekten zoals kanker en diabetes, en moeten dus snel aangepakt worden. Eveneens spelen niet overdraagbare ziekten een hoofdrol in de EU, zeker gezien de demografische ontwikkelingen op het continent de afgelopen jaren. Dit zal een topprioriteit moeten blijven, met een hernieuwde focus op preventie, gezonde levensstijl, en cross-sectorale plannen om bestaande ziektes aan te pakken. Daarnaast zijn er nog intensieve onderhandelingen gaande over het farmapakket, dat onder andere gericht is op het verbeteren van de toegang tot geneesmiddelen en het versterken van de concurrentiekracht van de farmaceutische sector.
Het is echter de nog vraag of de nieuwe Europese Commissie van de lidstaten en het (conservatiever geworden) Europees Parlement een sterk mandaat op het gebied van gezondheidszorg zal krijgen. Hoewel via het EU4Health-programma, met een budget van €4,7 miljard tussen 2021 en 2027, het hoogste bedrag ooit is toegewezen aan gezondheidsbeleid op EU-niveau, is eerder dit jaar gebleken dat de financiering voor het programma met €1 miljard zal worden afgeschaald. Reeds heeft het aanstaande Hongaarse voorzitterschap duidelijk aangegeven dat gezondheidszorg primair een nationale competentie is, en wil samenwerking bevorderen op beperkte vakgebieden zoals cardiovasculaire aandoeningen en transplantaties. Kortom, het wordt afwachten hoe de politieke hazen na de zomer zullen lopen.
bron: VNO NCW